ECLI:NL:CRVB:2024:246
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het zorgprofiel VG Wonen met begeleiding en intensieve verzorging in het kader van de Wet langdurige zorg
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Noord-Nederland. De zaak betreft de indicatie voor zorg van appellante, die lijdt aan een verstandelijke beperking en andere gezondheidsproblemen. Het CIZ had het zorgprofiel VG Wonen met begeleiding en intensieve verzorging vastgesteld als het meest passende zorgprofiel voor appellante. Appellante was het hier niet mee eens en had verzocht om een zwaarder zorgprofiel, namelijk VG Wonen met intensieve begeleiding, verzorging en gedragsregulering. Het CIZ had echter geconcludeerd dat er geen objectieve noodzaak was voor dit zwaardere profiel, gebaseerd op medische adviezen. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij werd gesteld dat appellante in hoger beroep geen nieuwe gronden had aangevoerd die de eerdere beslissing konden ondermijnen. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat het CIZ op goede gronden had gehandeld. Appellante kreeg geen vergoeding voor proceskosten en griffierecht.