ECLI:NL:CRVB:2024:244
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de geschiktheid van de algemene voorziening voor dagbesteding in het Huiskamerproject en afwijzing van maatwerkvoorziening individuele begeleiding
In deze zaak heeft appellante, geboren in 1949, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel, die het beroep tegen het bestreden besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almelo ongegrond heeft verklaard. Appellante had eerder een maatwerkvoorziening voor dagbesteding in natura voor zes dagdelen per week, maar deze werd beëindigd omdat het college van mening was dat appellante gebruik kon maken van een algemene voorziening, het Huiskamerproject. Appellante stelde dat deze algemene voorziening niet voldeed aan haar behoeften, gezien haar lichamelijke en psychische klachten, en dat zij recht had op een maatwerkvoorziening voor individuele begeleiding bij financiën en post.
De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder het medisch advies van JPH Consult dat bevestigde dat appellante behoefte had aan zes dagdelen dagbesteding per week, maar dat de algemene voorziening van het Huiskamerproject ook een passende oplossing kon zijn. De Raad oordeelde dat het college zorgvuldig onderzoek had gedaan en dat de argumenten van appellante niet voldoende onderbouwd waren om de beslissing van het college te weerleggen. De Raad bevestigde dat de ingangsdatum van de maatwerkvoorziening voor dagbesteding op 31 oktober 2019 mocht worden gesteld, ondanks de eerdere beëindiging van de maatwerkvoorziening.
Uiteindelijk heeft de Raad het hoger beroep van appellante verworpen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.