ECLI:NL:CRVB:2024:243
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bruikleenauto op grond van de Wmo 2015 en beoordeling van passende voorzieningen voor appellant met Multiple Sclerose
Deze uitspraak betreft de afwijzing van een aanvraag voor een bruikleenauto op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Appellant, die lijdt aan een progressieve vorm van Multiple Sclerose, heeft de aanvraag ingediend om een bruikleenauto te verkrijgen, zodat hij familieleden en behandelaars kan bezoeken en recreatief op stap kan gaan. Het college heeft de aanvraag afgewezen met het argument dat een financiële tegemoetkoming voor een commerciële rolstoeltaxi een passende voorziening is. Appellant heeft zijn beroepsgronden niet onderbouwd, wat heeft geleid tot de bevestiging van de afwijzing door de Centrale Raad van Beroep.
De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting op 20 december 2023, waar appellant werd vertegenwoordigd door zijn advocaat en zijn broer. Het college werd vertegenwoordigd door een advocaat. De Raad heeft vastgesteld dat de rechtbank Amsterdam de eerdere uitspraak, waarin het beroep van appellant ongegrond werd verklaard, terecht in stand heeft gelaten. De Raad concludeert dat de financiële tegemoetkoming voor de rolstoeltaxi voldoende is en dat appellant niet kan worden gevolgd in zijn standpunt dat een bruikleenauto de enige passende voorziening is voor zijn vervoersproblemen.
De uitspraak bevestigt dat het college de aanvraag voor een bruikleenauto mocht afwijzen, en dat appellant geen recht heeft op vergoeding van proceskosten of griffierecht, aangezien het hoger beroep niet slaagt. De beslissing is openbaar uitgesproken op 31 januari 2024.