Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wettelijke regels
Verordening (EG) nr. 883/2004 (basisverordening)
Artikel 44 – Personen die uitsluitend onderworpen zijn aan A-wetgevingen
1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder „A-wetgeving” verstaan elke wetgeving volgens welke het bedrag van de invaliditeitsuitkeringen onafhankelijk is van de duur van de tijdvakken van verzekering of wonen en die door de bevoegde lidstaat uitdrukkelijk vermeld is in bijlage VI, en wordt onder „B-wetgeving” elke andere wetgeving verstaan.
2. De persoon die achtereenvolgens of afwisselend aan de wetgevingen van twee of meer lidstaten onderworpen is geweest en die uitsluitend onder A-wetgevingen tijdvakken van verzekering of wonen heeft vervuld, heeft alleen recht op uitkeringen van het orgaan van de lidstaat waarvan de wetgeving van toepassing was op het tijdstip van het ontstaan van de arbeidsongeschiktheid, met invaliditeit als gevolg, met inachtneming, in voorkomend geval, van artikel 45, en hij ontvangt de betrokken uitkeringen overeenkomstig die wetgeving.
Artikel 46 – Personen die onderworpen zijn aan hetzij uitsluitend B-wetgevingen, hetzij A- en B-wetgevingen
1. De persoon die achtereenvolgens of afwisselend onderworpen is geweest aan de wetgevingen van twee of meer lidstaten waarvan er ten minste één niet van het type A is, heeft recht op uitkeringen op grond van hoofdstuk 5, dat van overeenkomstige toepassing is, met inachtneming van lid 3.
Artikel 52 – Toekenning van uitkeringen
1. Het bevoegde orgaan berekent het bedrag van de verschuldigde uitkering:
krachtens de door het orgaan toegepaste wetgeving alleen als uitsluitend op grond van de nationale wetgeving is voldaan aan de voorwaarden die recht geven op een uitkering (autonoom pensioen);
door eerst een theoretisch bedrag en vervolgens het werkelijke bedrag (uitkering pro rata) als volgt te berekenen:
i. het theoretische bedrag van de uitkering is gelijk aan de uitkering waarop de betrokkene aanspraak zou kunnen maken indien alle tijdvakken van verzekering en/of wonen, welke krachtens de wetgevingen van de andere lidstaten vervuld zijn, zouden zijn vervuld overeenkomstig de wetgeving die het orgaan op de datum van vaststelling van de uitkering toepast. Indien het bedrag van de uitkering volgens deze wetgeving onafhankelijk is van de duur van de vervulde tijdvakken, wordt dit bedrag beschouwd als het theoretische bedrag;
ii. vervolgens stelt het bevoegde orgaan het werkelijke bedrag van de pro-rata-uitkering vast door op het theoretische bedrag het verhoudingsgetal van de duur van de tijdvakken van verzekering en/of van wonen, welke vóór het intreden van de verzekerde gebeurtenis krachtens de door het orgaan toegepaste wetgeving zijn vervuld, en van de totale duur van de tijdvakken van verzekering en van wonen welke vóór het intreden van de verzekerde gebeurtenis krachtens de wetgevingen van alle betrokken lidstaten zijn vervuld.
2. In voorkomend geval past het bevoegde orgaan op het overeenkomstig lid 1, onder a) en b), berekende bedrag alle bepalingen toe inzake vermindering, schorsing of intrekking van de wetgeving krachtens welke deze uitkering wordt toegekend, binnen de grenzen van de artikelen 53 tot en met 55.
3. De betrokkene is gerechtigd om van het bevoegde orgaan van elke lidstaat het hoogste uitkeringsbedrag te ontvangen dat overeenkomstig het bepaalde in lid 1, onder a) en b), berekend is.
Artikel 53 – Anticumulatiebepalingen
1. Samenloop van invaliditeits-, ouderdoms- en nabestaandenuitkeringen die worden berekend of toegekend op basis van tijdvakken van verzekering en/of wonen welke door eenzelfde persoon zijn vervuld, wordt beschouwd als samenloop van uitkeringen van dezelfde aard.
3. De volgende bepalingen zijn van toepassing op in de wetgeving van een lidstaat opgenomen anticumulatiebepalingen in geval van samenloop van een invaliditeits-, ouderdoms- of nabestaandenprestatie met een prestatie van dezelfde aard, een prestatie van een andere aard of andere inkomsten:
a. het bevoegde orgaan houdt alleen rekening met de in een andere lidstaat verworven uitkeringen of inkomsten indien de door het orgaan toegepaste wetgeving bepaalt dat met in het buitenland verkregen uitkeringen of inkomsten rekening wordt gehouden;
indien een enkele lidstaat anticumulatiebepalingen toepast, omdat de betrokkene hetzij uitkeringen van dezelfde of van verschillende aard ontvangt overeenkomstig de wetgeving van andere lidstaten, hetzij inkomsten ontvangt die zijn verworven in een andere lidstaat, kan de verschuldigde uitkering alleen worden verminderd ter hoogte van het bedrag van dergelijke uitkeringen of dergelijke inkomsten.
Artikel 54 – Bijzondere bepalingen inzake samenloop van prestaties van dezelfde aard
1. In geval van samenloop van uitkeringen van dezelfde aard die verschuldigd zijn krachtens de wetgeving van twee of meer lidstaten, worden de anticumulatievoorschriften waarin de wetgeving van een lidstaat voorziet, niet toegepast op een pro-rata-uitkering.
2. De anticumulatievoorschriften zijn alleen op een onafhankelijke prestatie van toepassing indien het een uitkering betreft:
waarvan het bedrag onafhankelijk is van de duur van de tijdvakken van verzekering of wonen, of
waarvan het bedrag wordt bepaald op basis van een fictief tijdvak dat geacht wordt te zijn vervuld tussen de datum waarop de verzekerde gebeurtenis is ingetreden en een latere datum, voorzover die samenvalt:
i. met een uitkering van hetzelfde type, tenzij twee of meer lidstaten een overeenkomst hebben gesloten om te voorkomen dat hetzelfde fictieve tijdvak meer dan één keer wordt meegerekend, of
ii. met een uitkering als bedoeld onder a).
De onder a) en b) bedoelde uitkeringen en overeenkomst en zijn vermeld in bijlage IX.
BIJLAGE IX, onderdeel I
Prestaties als bedoeld in artikel 54, lid 2, onder a), van de verordening waarvan het bedrag onafhankelijk is van de duur van de vervulde tijdvakken van verzekering of van wonen
(…)
G. NEDERLAND
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) van 18 februari 1966, zoals gewijzigd.
Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) van 24 april 1997, zoals gewijzigd.
Algemene nabestaandenwet (ANW) van 21 december 1995.
De wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) van 10 november 2005.
(…)
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
Artikel 73, tweede lid
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ter voorkoming of beperking van samenloop van uitkering op grond van deze wet met uitkering op grond van de sociale wetgeving van Aruba, Curaçao, Sint Maarten, de sociale wetgeving van Nederland ten behoeve van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba of van een andere Mogendheid.
Besluit voorkoming en beperking samenloop WAO- en Wet WIA-uitkeringen met uitkeringen op grond van de sociale wetgeving van een andere Mogendheid
1. Bij samenloop over eenzelfde tijdvak van een arbeidsongeschiktheidsuitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering met één of meer van de navolgende ingevolge de sociale wetgeving van één of meer andere Mogendheden toegekende uitkeringen:
a. uitkering wegens arbeidsongeschiktheid;
b. wezenuitkering;
c. ouderdomsuitkering, dan wel enige andere uitkering, welke in verband met het bereikt hebben van een bepaalde leeftijd is toegekend, wordt de arbeidsongeschiktheidsuitkering slechts uitbetaald, indien en voor zover deze het totale bedrag van de onder a t/m c bedoelde uitkeringen overtreft.
(…)
3. Het eerste lid en het tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op de uitkeringen op grond van de hoofdstukken 6 en 7 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen met dien verstande dat onder arbeidsongeschiktheid wordt verstaan: volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid onderscheidenlijk gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid als bedoeld in die wet.