ECLI:NL:CRVB:2024:2391
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de ZW-uitkering van appellant per 21 februari 2022 na zorgvuldig medisch onderzoek
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant per 21 februari 2022 door het Uwv. Appellant stelt dat hij door medische beperkingen niet in staat is om zijn werk als vrachtwagenchauffeur te verrichten. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de uitkering terecht heeft beëindigd. De Raad concludeert dat er sprake is geweest van zorgvuldig medisch onderzoek en dat appellant geen belemmeringen heeft ondervonden bij de onderbouwing van zijn standpunt. De Raad volgt de conclusies van de verzekeringsartsen van het Uwv, die hebben vastgesteld dat appellant per 21 februari 2022 geschikt was voor zijn eigen werk. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, en de Raad bevestigt deze uitspraak. Appellant heeft geen recht op een ZW-uitkering omdat hij in staat wordt geacht zijn werk te verrichten, ondanks de door hem aangevoerde klachten.