ECLI:NL:CRVB:2024:2381
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening gesloten buitenwagen door college van burgemeester en wethouders van Amsterdam
In deze zaak gaat het om de vraag of het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van appellant voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een gesloten buitenwagen (Canta) terecht heeft afgewezen. De Centrale Raad van Beroep heeft deze vraag bevestigend beantwoord. Appellant, geboren in 1946, heeft verschillende aandoeningen die zijn mobiliteit beperken. Hij heeft eerder maatwerkvoorzieningen ontvangen, waaronder een scootmobiel en aanvullend openbaar vervoer (AOV). Appellant heeft zich bij het college gemeld voor een Canta, omdat hij meer last van de kou ervaart en samen met een vriend of partner eropuit wil gaan. Het college heeft advies ingewonnen bij het Indicatieadviesbureau Amsterdam, dat concludeerde dat appellant met een Canta niet kan voorzien in zijn vervoersbehoeftes, gezien zijn beperkte loopvermogen met ondersteuning van een rollator.
Op 30 maart 2022 heeft het college de aanvraag afgewezen, met de onderbouwing dat de scootmobiel in combinatie met het AOV de goedkoopste en meest geschikte oplossing is. Appellant heeft bezwaar gemaakt, maar het college handhaafde zijn besluit na opnieuw advies te hebben ingewonnen. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep van appellant verworpen. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het college zich heeft mogen baseren op de adviezen van het Indicatieadviesbureau Amsterdam. Appellant heeft in hoger beroep geen nieuwe medische informatie ingebracht die zijn standpunt ondersteunt. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en het bestreden besluit blijft in stand. Appellant krijgt het betaalde griffierecht niet terug.