ECLI:NL:CRVB:2024:2368
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening niet-ontvankelijk verklaard wegens niet indienen schriftelijke machtiging
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 december 2024 uitspraak gedaan over een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van 22 mei 2024. De verzoekster, woonachtig in Indonesië, heeft via haar belangenbehartiger verzocht om herziening. De Raad heeft de belangenbehartiger verzocht om binnen een bepaalde termijn een schriftelijke machtiging over te leggen, maar deze termijn is ongebruikt verstreken. Ondanks meerdere verzoeken om de machtiging in te dienen, heeft de belangenbehartiger geen actie ondernomen. De Raad heeft vastgesteld dat er geen redenen zijn aangevoerd die een verontschuldiging voor het verzuim kunnen vormen. Hierdoor is het verzoek om herziening niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door Y. Sneevliet, met A. Giesen als griffier, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat een mogelijkheid tot verzet open voor belanghebbenden binnen zes weken na verzending van het afschrift.