ECLI:NL:CRVB:2024:2365
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van uitspraak Centrale Raad van Beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken schriftelijke machtiging
Op 5 december 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van 22 mei 2024. De verzoekster, woonachtig in Indonesië, had een belangenbehartiger aangesteld om het verzoek in te dienen. De Raad heeft de belangenbehartiger verzocht om binnen een bepaalde termijn een schriftelijke machtiging over te leggen, maar deze termijn is ongebruikt verstreken. De belangenbehartiger heeft wel gereageerd op de verzoeken van de Raad, maar heeft geen machtiging ingediend. De Raad heeft herhaaldelijk gewezen op de gevolgen van het niet indienen van de machtiging, maar zonder resultaat. Uiteindelijk heeft de Raad geoordeeld dat het verzoek om herziening kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat er geen redenen zijn gebleken die een verontschuldiging voor het verzuim kunnen vormen. De uitspraak is gedaan door Y. Sneevliet, met A. Giesen als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.