ECLI:NL:CRVB:2024:2361
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in hoger beroep tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. O. Labordus, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Overijssel van 4 november 2022. Het hoger beroep was gericht tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) die eerder was genomen. Na het indienen van het hoger beroep heeft het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarop appellante het hoger beroep heeft ingetrokken. Appellante heeft vervolgens verzocht om een proceskostenveroordeling van het Uwv. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat het Uwv in de kosten van appellante moet worden veroordeeld, omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellante. De Raad heeft de proceskosten begroot op € 2.625,- en heeft bepaald dat het Uwv ook het griffierecht van in totaal € 913,- moet vergoeden. De uitspraak is gedaan door S.B. Smit-Colenbrander, in tegenwoordigheid van griffier S. Pouw, en is openbaar uitgesproken op 13 december 2024.