ECLI:NL:CRVB:2024:2340

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
27 november 2024
Publicatiedatum
12 december 2024
Zaaknummer
23/3316 ANW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake nabestaandenuitkering

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 november 2024 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar hoger beroep. Appellante had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 11 oktober 2023, waarin haar verzoek om een nabestaandenuitkering was afgewezen. De Raad had eerder, op 26 april 2024, het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. Appellante heeft hierop verzet aangetekend, dat op 16 oktober 2024 is behandeld, maar waarbij partijen niet verschenen. In haar verzet heeft appellante aangegeven dat zij een nabestaandenuitkering wenst te ontvangen om in haar behoeften te voorzien, vooral vanwege een psychische aandoening. Echter, zij heeft geen verklaring gegeven voor het niet betalen van het griffierecht. De Raad heeft geoordeeld dat het hoger beroep terecht niet-ontvankelijk was verklaard en heeft het verzet ongegrond verklaard. Tevens is besloten dat er geen proceskosten aan appellante worden vergoed. De uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van N.B. Yalçınkaya als griffier, en is openbaar uitgesproken op 27 november 2024.

Uitspraak

Datum uitspraak: 27 november 2024
23/3316 ANW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het verzet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 11 oktober 2023, 23/1373 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] , Marokko (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (Svb)

PROCESVERLOOP

In de uitspraak van 26 april 2024 heeft de Raad het door appellante ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald.
Appellante heeft verzet ingediend.
Het verzet is behandeld op de zitting van 16 oktober 2024. Partijen zijn niet verschenen.

OVERWEGINGEN

Appellante schrijft in haar verzet dat zij een nabestaandenuitkering wil ontvangen om in haar behoeften vanwege een psychische aandoening te voorzien.
Met haar gronden heeft appellante geen reden gegeven waarom zij het griffierecht niet heeft betaald. Het hoger beroep is terecht niet-ontvankelijk verklaard.
Dit betekent dat het verzet ongegrond wordt verklaard.
De Raad ziet geen aanleiding om proceskosten aan appellante te vergoeden.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van N.B. Yalçınkaya als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 27 november 2024.
(getekend) J.C. Boeree
De griffier is verhinderd te ondertekenen