ECLI:NL:CRVB:2024:2340
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake nabestaandenuitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 november 2024 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar hoger beroep. Appellante had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 11 oktober 2023, waarin haar verzoek om een nabestaandenuitkering was afgewezen. De Raad had eerder, op 26 april 2024, het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. Appellante heeft hierop verzet aangetekend, dat op 16 oktober 2024 is behandeld, maar waarbij partijen niet verschenen. In haar verzet heeft appellante aangegeven dat zij een nabestaandenuitkering wenst te ontvangen om in haar behoeften te voorzien, vooral vanwege een psychische aandoening. Echter, zij heeft geen verklaring gegeven voor het niet betalen van het griffierecht. De Raad heeft geoordeeld dat het hoger beroep terecht niet-ontvankelijk was verklaard en heeft het verzet ongegrond verklaard. Tevens is besloten dat er geen proceskosten aan appellante worden vergoed. De uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van N.B. Yalçınkaya als griffier, en is openbaar uitgesproken op 27 november 2024.