ECLI:NL:CRVB:2024:234

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
6 februari 2024
Publicatiedatum
8 februari 2024
Zaaknummer
22/2648 PW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet gegrond verklaard in hoger beroep inzake termijnoverschrijding en onduidelijke informatie

In de uitspraak van 6 februari 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep het verzet van de appellant gegrond verklaard. De zaak betreft een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland van 11 juli 2022, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard omdat de gronden te laat waren ingediend. De gemachtigde van de appellant, mr. S. Usanmaz, heeft verzet aangetekend tegen deze beslissing.

De Raad heeft vastgesteld dat de overschrijding van de verzetstermijn en de te late indiening van de gronden van het hoger beroep verschoonbaar zijn. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat de informatie over de termijn voor het indienen van verzet onjuist en onduidelijk was. De gemachtigde van de appellant was telefonisch geïnformeerd dat de termijn voor het indienen van verzet zou zijn verlengd, wat heeft bijgedragen aan de conclusie dat de termijnoverschrijding in dit geval verschoonbaar is.

De Raad heeft daarom besloten dat het verzet gegrond is en dat het onderzoek in de zaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond. De eerdere uitspraak van de Raad van 23 januari 2023, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard, vervalt. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, met J.C. Boeree als lid en L.C. van Bentum als griffier. Op de zitting is niemand verschenen.

Uitspraak

22 2648 PW-PV

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de uitspraak op het verzet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 11 juli 2022, 21/4530 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Zutphen
Datum uitspraak: 6 februari 2024
Zitting heeft: J.C. Boeree, als lid van de enkelvoudige kamer
Griffier: L.C. van Bentum
Op de zitting is niemand verschenen.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet gegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

In de uitspraak van 24 januari 2023 heeft de Raad het door gemachtigde van appellant,
mr. S. Usanmaz, advocaat, ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat de gronden van het hoger beroep niet tijdig zijn ingediend.
Mr. Usanmaz heeft namens appellant verzet gedaan.
De verzetstermijn is overschreden. Uit nader onderzoek van de Raad is gebleken dat de informatie in deze zaak over de termijn waarbinnen verzet kan worden ingediend onjuist en onduidelijk is geweest. Aan gemachtigde van appellant is telefonisch meegedeeld dat de termijn voor het indienen van verzet zou zijn verlengd. Gelet hierop vind de Raad de termijnoverschrijding in dit geval verschoonbaar.
Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat de gronden van het hoger beroep te laat zijn ingediend.
De Raad is van oordeel dat op basis van de in het verzetschrift gestelde omstandigheden moet worden geoordeeld dat het feit dat de gronden van het hoger beroep te laat zijn ingediend verschoonbaar is.
Dit betekent dat het verzet gegrond wordt verklaard. De uitspraak van de Raad van 23 januari 2023 vervalt en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier Het lid van de enkelvoudige kamer
(getekend) L.C. van Bentum (getekend) J. C. Boeree