ECLI:NL:CRVB:2024:234
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzet gegrond verklaard in hoger beroep inzake termijnoverschrijding en onduidelijke informatie
In de uitspraak van 6 februari 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep het verzet van de appellant gegrond verklaard. De zaak betreft een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland van 11 juli 2022, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard omdat de gronden te laat waren ingediend. De gemachtigde van de appellant, mr. S. Usanmaz, heeft verzet aangetekend tegen deze beslissing.
De Raad heeft vastgesteld dat de overschrijding van de verzetstermijn en de te late indiening van de gronden van het hoger beroep verschoonbaar zijn. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat de informatie over de termijn voor het indienen van verzet onjuist en onduidelijk was. De gemachtigde van de appellant was telefonisch geïnformeerd dat de termijn voor het indienen van verzet zou zijn verlengd, wat heeft bijgedragen aan de conclusie dat de termijnoverschrijding in dit geval verschoonbaar is.
De Raad heeft daarom besloten dat het verzet gegrond is en dat het onderzoek in de zaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond. De eerdere uitspraak van de Raad van 23 januari 2023, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard, vervalt. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, met J.C. Boeree als lid en L.C. van Bentum als griffier. Op de zitting is niemand verschenen.