ECLI:NL:CRVB:2024:2289
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van een ex-werknemer en geschiktheid van functies door het Uwv
In deze zaak gaat het om de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van een ex-werknemer van appellante, vastgesteld door het Uwv op 49,28% per 18 maart 2021. Appellante betwist deze vaststelling en stelt dat er andere functies zijn die tot een lager percentage zouden kunnen leiden. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld na hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard en het besluit van het Uwv in stand gelaten.
De Raad heeft vastgesteld dat de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep de geschiktheid van de functies van medewerker bibliotheek, lader/losser en verkoper winkel heeft gemotiveerd. Appellante heeft de geschiktheid van deze functies niet betwist, maar meent dat de functies van veerschipper en data-analist ook geschikt zijn. De Raad oordeelt dat het Uwv de geschiktheid van deze functies voldoende heeft gemotiveerd en dat appellante deze motivering niet heeft weerlegd.
De Raad concludeert dat het hoger beroep van appellante niet slaagt en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Dit betekent dat de toekenning van de WIA-uitkering aan de ex-werknemer, met de vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid, in stand blijft. Appellante krijgt geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.