Uitspraak
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
WIA-beoordeling vastgestelde belastbaarheid extra beperkingen vast te stellen met betrekking tot het gebruik van de linkerhand. Ondanks deze toegenomen beperkingen concludeerde de verzekeringsarts dat het ziekteproces van appellante zodanig is dat zij voldoende belastbaar is om in het eerder geduide aangepaste werk te functioneren. Met een besluit van 19 februari 2021 heeft het Uwv appellante vanaf 22 februari 2021 weer arbeidsgeschikt geacht voor het eigen werk. Hierna heeft appellante weer een WW-uitkering ontvangen.
WIA-beoordeling geduide functies. Het door appellante in beroep overgelegde huisartsenjournaal maakt dit volgens de rechtbank niet anders. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 24 januari 2022 toegelicht dat de huidige informatie niet aantoont dat er op de datum in geding sprake is van een uitzonderingssituatie zoals bedoeld in het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten. Er blijkt geen sprake te zijn van een dermate ernstige psychische stoornis dat sprake is van een volledig disfunctioneren op persoonlijk en sociaal vlak. Voorts is appellante in mei 2021 vanuit de basis-GGZ terugverwezen naar de praktijkondersteuner van de huisarts. Ook tijdens het onderzoek in bezwaar in oktober 2021 bestonden er volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep geen aanwijzingen voor ernstige psychopathologie. Dat de huisarts van appellante haar niet in staat acht om te werken, maakt dit volgens de rechtbank niet anders. Het behoort tot de specifieke deskundigheid van de verzekeringsarts en de verzekeringsarts bezwaar en beroep om op grond van de beschikbare medische gegevens beperkingen voor het verrichten van arbeid vast te stellen. Een huisarts is geen verzekeringsarts. Het ontbreekt de huisarts dan ook aan deskundigheid om een uitspraak te kunnen doen over de mogelijkheden van appellante om al dan niet beroepsmatig te kunnen functioneren. De verwijzing van appellante naar de regel van het huisartsenjournaal van 9 april 2020 ziet bovendien niet op de datum in geding.
basis-GGZ naar de praktijkondersteuner inhoudt dat er geen aanwijzingen bestaan voor ernstige psychopathologie. Daarnaast hebben medisch specialisten appellante geadviseerd om zo min mogelijk gebruik te maken van haar linkerhand, zodat volgens appellante ten onrechte geen beperkingen zijn gesteld ten aanzien van krachtgebruik van en repeterende handelingen met de linkerhand. Tot slot heeft appellante verzocht om een deskundige te benoemen, omdat zij in bewijsnood verkeert om tegenbewijs in te brengen. In dit verband heeft appellante een beroep gedaan op het Korošec-arrest (EHRM 8 oktober 2015, ECLI:CE:ECHR:2015:1008JUD00772121). Ter onderbouwing van haar gronden heeft appellante nog nadere gegevens overgelegd van onder meer haar huisarts, van de psychologenpraktijk en van de neuroloog.
Het oordeel van de Raad
WIA-beoordeling heeft plaatsgevonden, betrokkene niet in enig werk heeft hervat en zich vervolgens weer ziek heeft gemeld. In een dergelijke situatie geldt het toetsingskader zoals uiteen is gezet in de uitspraak van de Raad van 23 december 2022, ECLI:NL:CRVB:2022:2672. Uit deze uitspraak blijkt dat – anders dan voorheen in de rechtspraak werd aangenomen – een hersteldverklaring niet kan worden gebaseerd op slechts één van de in het kader van de Wet WIA geselecteerde functies. Bij de toepassing van artikel 19 van de ZW moet zijn voldaan aan de volgende twee voorwaarden:
WIA-beoordeling vertegenwoordigden, afgezet tegen het bij de WIA-beoordeling geldende maatmaninkomen – is nog steeds sprake van een arbeidsgeschiktheid van ten minste 65%.