ECLI:NL:CRVB:2024:2269
Centrale Raad van Beroep
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling na intrekking hoger beroep in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 november 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het hoger beroep was ingesteld door mr. K. Aslan, advocaat van appellant, tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel van 17 maart 2022. Na een onafhankelijke expertise door psychiater M.A. Bozdağ, heeft het Uwv op 8 augustus 2024 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarbij aan appellant een IVA-uitkering is toegekend. Appellant heeft vervolgens op 6 september 2024 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling voor het Uwv.
De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellant, waardoor de intrekking van het beroep gerechtvaardigd was. De Raad heeft vervolgens de proceskosten die appellant heeft gemaakt in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep beoordeeld. Op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht is het totaalbedrag aan proceskosten vastgesteld op € 3.500,-, inclusief vergoeding van het griffierecht van € 185,-. De uitspraak benadrukt de toepassing van de relevante artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht, die de basis vormen voor de proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter E.J.J.M. Weyers en griffier S. Pouw.