ECLI:NL:CRVB:2024:2264
Centrale Raad van Beroep
- Proceskostenveroordeling
- E.J.J.M. Weyers
- A.M. Korver
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling na intrekking hoger beroep in WIA-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 november 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 10 november 2023. Het hoger beroep was geregistreerd onder nummer 23/3392 WIA. Tijdens de zitting op 28 augustus 2024 heeft het Uwv zijn hoger beroep ingetrokken. Namens de andere partij, [naam B.V.], heeft mr. M.G. Hofman verzocht om het Uwv te veroordelen in de proceskosten die [naam B.V.] heeft gemaakt in het hoger beroep. Het Uwv heeft geen verweerschrift ingediend en het onderzoek ter zitting is op basis van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) gesloten.
De Centrale Raad van Beroep heeft overwogen dat, op grond van artikel 8:118, eerste lid, van de Awb, het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten bij intrekking van het hoger beroep. Aangezien het Uwv het hoger beroep heeft ingetrokken, is het Uwv veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan [naam B.V.]. De kosten zijn begroot op € 1.312,50, gebaseerd op de punten voor het indienen van het verweerschrift en het verschijnen ter zitting. De Raad heeft opgemerkt dat er eerder al een bedrag van € 437,50 aan [naam B.V.] was vergoed voor het verschijnen ter zitting in het incidenteel hoger beroep.
De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter E.J.J.M. Weyers en griffier A.M. Korver.