ECLI:NL:CRVB:2024:2228
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om bijstand wegens schending medewerkingsverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 november 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag om bijstand door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. De appellante, die onder bewind staat, is niet verschenen op de afspraken die gemaakt waren naar aanleiding van haar aanvraag om bijstand. Het college stelt dat de appellante haar medewerkingsverplichting heeft geschonden, waardoor het recht op bijstand niet kan worden vastgesteld. De appellante betwist dit en voert aan dat de uitnodigingsbrieven ten onrechte naar haar zijn gestuurd in plaats van naar haar bewindvoerder. De Raad oordeelt echter dat de appellante de uitnodigingsbrieven op haar woonadres heeft ontvangen en dat zij zonder bericht niet is verschenen op de gesprekken. De Raad concludeert dat de appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet in staat was om haar post te beheren en dat het college op juiste wijze heeft gehandeld door haar te verzoeken om te verschijnen. De afwijzing van de aanvraag om bijstand wordt dan ook bevestigd, en de appellante krijgt geen vergoeding voor haar proceskosten.