Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
€ 548,- te worden geheven.
BESLISSING
- verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
- bepaalt dat van het college een griffierecht van € 548,- wordt geheven.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Nederweert hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Limburg. Het ingediende hoger beroepschrift bevatte echter geen gronden, wat in strijd is met artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Centrale Raad van Beroep heeft het college meerdere keren de gelegenheid geboden om dit verzuim te herstellen, maar het college heeft geen gronden ingediend en ook geen geldige redenen aangevoerd voor het verzuim. De termijn voor het indienen van gronden is ongebruikt verstreken, waardoor het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard. De uitspraak van de rechtbank blijft daarmee in stand. De Centrale Raad van Beroep heeft bepaald dat het college een griffierecht van € 548,- moet betalen, maar er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door L.M. Tobé, in tegenwoordigheid van E. Blijleven-de Vries als griffier, en is openbaar uitgesproken op 25 januari 2024.