Uitspraak
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de weigering van het Uwv om hem een Wajong-uitkering toe te kennen. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 17 oktober 2024, waarbij appellant werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. A. Yüksel, en het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. I.L.M. Dunselman. De Raad heeft vastgesteld dat appellant, geboren in 1990, een aanvraag voor een Wajong-uitkering had ingediend, maar dat het Uwv na medisch onderzoek concludeerde dat hij over arbeidsvermogen beschikt. Het Uwv had zijn aanvraag op 21 februari 2022 afgewezen, en dit besluit werd later door de rechtbank Amsterdam bevestigd.
De Raad heeft de argumenten van appellant, die stelde dat zijn medische situatie onvoldoende was meegewogen, zorgvuldig overwogen. Appellant heeft onder andere brieven van zijn psychiater ingediend ter ondersteuning van zijn standpunt. De Raad concludeert echter dat de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige van het Uwv de medische en sociale problematiek van appellant adequaat hebben beoordeeld. De Raad oordeelt dat appellant voldoet aan de voorwaarden voor arbeidsvermogen, ondanks zijn ADHD en gedragsstoornis, en dat hij in staat is om bepaalde taken uit te voeren.
Uiteindelijk bevestigt de Raad de uitspraak van de rechtbank en de weigering van de Wajong-uitkering blijft in stand. Appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht, omdat het hoger beroep niet slaagt.