Uitspraak
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
.Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door M.J.H. Maas. De zaak is gelijktijdig behandeld met de zaak 23/3087 WIA. In elke zaak wordt vandaag afzonderlijk uitspraak gedaan.
OVERWEGINGEN
Inleiding
.Naar aanleiding van deze ziekmelding heeft hij op 22 april 2022 het spreekuur bezocht van een verzekeringsarts van het Uwv. De verzekeringsarts heeft geconcludeerd dat er op 29 december 2021 geen sprake is van toegenomen arbeidsongeschiktheid en appellant per die datum geschikt geacht voor de bij de WIA-beoordeling geselecteerde functies. Vervolgens heeft het Uwv bij besluit van 26 april 2022 geweigerd appellant een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) toe te kennen.
.Ter onderbouwing wijst hij op informatie van een orthopedisch chirurg en een revalidatiearts. Daarnaast heeft appellant de Raad verzocht om een deskundige te benoemen omdat sprake is van strijd met het beginsel van equality of arms. Hij doet daarbij een beroep op het arrest Korošec. [1] Ten aanzien van de bij de WIA-beoordeling geselecteerde functies heeft appellant aangevoerd dat deze functies door hem niet kunnen worden vervuld.
Het oordeel van de Raad
,waarin appellant op het aspect lopen tijdens het werk beperkt is geacht, in plaats van licht beperkt. De toelichting bij dit aspect blijft ongewijzigd “2-3 uur” luiden. Deze zwaardere beperking op dit aspect heeft volgens het Uwv geen gevolgen voor de geschiktheid van de voor appellant geselecteerde functies, omdat in al die functies maximaal één uur per dag wordt gelopen tijdens het werk.