ECLI:NL:CRVB:2024:2093

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
30 oktober 2024
Publicatiedatum
7 november 2024
Zaaknummer
23/1045 WLZ
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het zorgprofiel voor langdurige zorg van appellant

In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep wordt de vraag behandeld of het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) het best passende zorgprofiel voor appellant heeft geïndiceerd. Appellant, geboren in 1958, heeft een complexe zorgvraag door verschillende medische aandoeningen, waaronder een gemengd receptieve-expressieve taalstoornis en doofheid. Het CIZ heeft appellant geïndiceerd voor het zorgprofiel ZGaud02, dat gericht is op mensen met auditieve en communicatieve beperkingen en beperkte meervoudige problematiek. Appellant is het niet eens met deze indicatie en stelt dat zorgprofiel ZGaud03, dat intensievere zorg biedt, meer passend zou zijn.

De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting op 10 oktober 2024, waar appellant werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. R. Kaya, en het CIZ door mr. J.E. Koedood. De Raad concludeert dat het CIZ terecht heeft geoordeeld dat zorgprofiel ZGaud02 het best aansluit bij de geobjectiveerde zorgbehoefte van appellant. De Raad oordeelt dat appellant niet voldoende medische gegevens heeft overgelegd om zijn stelling dat ZGaud03 noodzakelijk is te onderbouwen. De verklaringen van de familieleden van appellant zijn niet voldoende om aan te tonen dat er sprake is van ernstige meervoudige problematiek die een indicatie voor ZGaud03 rechtvaardigt.

De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel, die het beroep van appellant ongegrond heeft verklaard. Hierdoor krijgt appellant geen vergoeding voor zijn proceskosten en het betaalde griffierecht. De uitspraak is openbaar gedaan op 30 oktober 2024.

Uitspraak

23/1045 WLZ
Datum uitspraak: 30 oktober 2024
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 27 februari 2023, 22/1881 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te Enschede (appellant)
het CIZ
SAMENVATTING
Deze uitspraak gaat over de vraag of het CIZ het voor appellant best passende zorgprofiel heeft geïndiceerd. De Raad beantwoordt deze vraag bevestigend.

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. R. Kaya, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Het CIZ heeft een verweerschrift ingediend.
De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 10 oktober 2024. Namens appellant is mr. Kaya verschenen. Het CIZ heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. J.E. Koedood.

OVERWEGINGEN

Inleiding

1. Bij de beoordeling van het hoger beroep zijn de volgende feiten en omstandigheden van belang.
1.1.
Appellant, geboren in 1958, is bekend met een gemengd receptieve-expressieve taalstoornis, lichte zwakzinnigheid, doofheid, diabetes mellitus type 2 en coronair lijden. Appellant heeft bij het CIZ een aanvraag ingediend voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz).
1.2.
Bij besluit van 11 maart 2022 heeft het CIZ appellant voor onbepaalde tijd geïndiceerd voor zorg op grond van de Wlz met het zorgprofiel VG Wonen met begeleiding en intensieve verzorging (4 VG). Appellant heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
1.3.
Bij besluit van 15 september 2022 (bestreden besluit) heeft het CIZ het bezwaar gegrond verklaard, het besluit van 11 maart 2022 herzien en appellant per 11 maart 2022 voor onbepaalde tijd geïndiceerd voor het zorgprofiel ZGaud Wonen met intensieve begeleiding en verzorging (ZGaud02). Het CIZ heeft het bestreden besluit gebaseerd op een medisch advies van 9 september 2022. Aan het bestreden besluit heeft het CIZ ten grondslag gelegd dat ZGaud02 het best passende zorgprofiel is. De grondslag zintuiglijke handicap wordt gezien als de grondslag waaruit de grootste zorgvraag voortvloeit. Appellant heeft ten aanzien van de sociale redzaamheid hulp en toezicht nodig. Bij de Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL) is dagelijks aansturing nodig en er is aansturing en controle nodig bij de hygiëne na de toiletgang. De medicatie wordt hem aangereikt en op het gebied van mobiliteit heeft appellant geen beperkingen. Het zorgprofiel ZGaud Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging (ZGaud03) is niet passend, omdat er geen noodzaak is tot intensieve verzorging.
Uitspraak van de rechtbank
2. De rechtbank heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard en daarmee het bestreden besluit in stand gelaten. De rechtbank heeft geoordeeld dat het CIZ zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat zorgprofiel ZGaud02 het best passende zorgprofiel is. Het standpunt van appellant dat hij de ADL in het geheel niet zonder hulp kan uitvoeren en daarnaast bij kleine verzorgingstaken en persoonlijke verzorging volledige overname nodig heeft, vindt geen steun in de beschikbare (medische) informatie. Dat geldt ook voor zijn standpunt dat hij ten aanzien van de mobiliteit vaak hulp nodig heeft. Appellant heeft geen op zijn individuele situatie toegesneden gegevens verstrekt ter onderbouwing van zijn standpunt dat zorgprofiel ZGaud03 passender zou zijn. Dat appellant het zorgprofiel ZGaud03 wenst omdat hij in de toekomst aanspraak wil maken op meerzorg leidt niet tot een ander oordeel, omdat het zorgprofiel is gebaseerd op de zorgbehoefte van appellant en niet op wat hij in de toekomst aan budget denkt nodig te hebben.
Het standpunt van appellant
3. Appellant is het met de uitspraak van de rechtbank niet eens. Hij heeft tegen die uitspraak aangevoerd dat ZGaud03 het best passende zorgprofiel is. De familieleden van appellant hebben namelijk geconstateerd dat intensieve verzorging noodzakelijk is. Ten aanzien van de mobiliteit is voortdurend hulp, toezicht of overname nodig, omdat appellant geen oriëntatiegevoel en omgevingsbewustzijn heeft. Bovendien heeft appellant evenwichtsstoornissen en duizeligheid als gevolg van de diabetes, is hij niet verkeersveilig en wordt buitenshuis misbruik van hem gemaakt. Ten aanzien van de ADL heeft appellant continu aansturing, toezicht, controle en overname nodig en ten aanzien van de persoonlijke verzorging is continu toezicht nodig. Appellant heeft hulp en heel vaak overname nodig bij het aantrekken van schone kleding en het innemen van medicatie en maaltijden. Daarnaast is sprake van gedragsproblematiek en is overname van de communicatie nodig omdat appellant zich niet verstaanbaar kan maken. De gedrags- en psychische problematiek zou tot de conclusie moeten leiden dat sprake is van ernstige meervoudige problematiek, wat past bij zorgprofiel ZGaud03.

Het oordeel van de Raad

4. De Raad beoordeelt of de rechtbank terecht het bestreden besluit in stand heeft gelaten aan de hand van wat appellant in hoger beroep heeft aangevoerd, de beroepsgronden. De Raad komt tot het oordeel dat het hoger beroep niet slaagt.
4.1.
In geschil is de vraag of het zorgprofiel ZGaud02 of het zorgprofiel ZGaud03 het best passende zorgprofiel is. Voor het antwoord op deze vraag is bepalend welk zorgprofiel, gelet op de daarbij behorende samenhangende zorg, het best aansluit bij de geobjectiveerde zorgbehoefte van appellant.
4.2.
Het zorgprofiel ZGaud02 is, samengevat en voor zover van belang, gericht op auditief en/of communicatief beperkte verzekerden met beperkte meervoudige problematiek. De verzekerden hebben hulp of overname van taken nodig op het gebied van communicatie, deelname aan het maatschappelijk leven, dagelijkse routine, besluitvorming en het uitvoeren van taken. Ten aanzien van de psychosociale en cognitieve functies hebben de verzekerden vaak tot continu hulp, toezicht of sturing nodig. Bij de ADL is toezicht en stimulatie nodig, en soms hulp. Hulp kan met name nodig zijn bij kleine verzorgingstaken, de persoonlijke zorg en bij het wassen. Op het gebied van mobiliteit is toezicht en stimulatie nodig, vooral bij het verplaatsen buitenshuis. Er kan sprake zijn van gedrags- en psychische problematiek.
4.3.
Onder verwijzing naar het medisch advies heeft het CIZ zich terecht op het standpunt gesteld dat de zorgbehoefte van appellant, zoals die blijkt uit de beschikbare medische informatie, de informatie verkregen bij het huisbezoek en het telefoongesprek met de zoon van appellant, past binnen de omschrijving van zorgprofiel ZGaud02. Het CIZ heeft verder deugdelijk gemotiveerd waarom het zorgprofiel ZGaud03 voor appellant niet het best passende zorgprofiel is. Appellant heeft niet met medisch objectiveerbare gegevens aannemelijk gemaakt dat de voor ZGaud03 vereiste intensieve verzorging (op het gebied van ADL, mobiliteit en gedrags- en psychische problematiek) noodzakelijk is. Dat sprake is van ernstige meervoudige problematiek heeft appellant evenmin met medische gegevens onderbouwd. Ter zitting van de Raad heeft de gemachtigde van appellant verklaard dat een medische onderbouwing voor zijn stellingen niet gegeven kan worden, omdat appellant geen – althans onvoldoende – medewerking verleent aan onderzoeken. Dit betekent dat op basis van de beschikbare informatie niet kan worden geconcludeerd dat het door appellant gewenste zorgprofiel het best passend zou zijn. De verklaringen van de familieleden van appellant volstaan in dit verband niet.
4.4.
De beroepsgrond dat de indicatie van zorgprofiel ZGaud03 nodig is vanwege de inschakeling van een zorgprofessional en/of meerzorg, treft geen doel. Uit wat in 4.3 is overwogen volgt immers dat het CIZ afdoende heeft gemotiveerd dat het zorgprofiel ZGaud02 het best passend is bij de geobjectiveerde zorgbehoefte van appellant.

Conclusie en gevolgen

4.5.
De conclusie is dat het hoger beroep niet slaagt. De aangevallen uitspraak zal worden bevestigd.
5. Omdat het hoger beroep niet slaagt, krijgt appellant geen vergoeding voor zijn proceskosten en het betaalde griffierecht.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door J.J. Janssen, in tegenwoordigheid van E.P.J.M. Claerhoudt als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 30 oktober 2024.
(getekend) J.J. Janssen
(getekend) E.P.J.M. Claerhoudt