ECLI:NL:CRVB:2024:2043

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 oktober 2024
Publicatiedatum
31 oktober 2024
Zaaknummer
23/2900 ANW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding

Op 24 oktober 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/2900 ANW-V. Het hoger beroep dat door appellante was ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 21 april 2023, is kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De reden hiervoor is de overschrijding van de termijn voor het indienen van een beroepschrift. Volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bedraagt deze termijn zes weken, en begint deze termijn te lopen vanaf de dag na de bekendmaking van de uitspraak. In dit geval is de uitspraak op 4 mei 2023 aan partijen toegezonden, waardoor de termijn op 15 juni 2023 verstreek. Het beroepschrift is echter pas op 16 oktober 2023 door de Raad ontvangen, wat betekent dat het te laat is ingediend.

Appellante heeft in verzet tegen de niet-ontvankelijkverklaring alleen inhoudelijke gronden aangevoerd, zonder te motiveren waarom zij niet tijdig hoger beroep heeft ingesteld. De Raad heeft vastgesteld dat er geen reden is om aan te nemen dat appellante niet in verzuim is geweest, en heeft daarom het verzet ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door rechter E.C.G. Okhuizen, in tegenwoordigheid van griffier F. Sporrel, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

Datum uitspraak: 24 oktober 2024
23/2900 ANW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het verzet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank
Amsterdam van 21 april 2023, 22/5000 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] , Marokko (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (Svb)

PROCESVERLOOP

In een uitspraak van 5 april 2024 heeft de Raad het door appellante ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
Appellante heeft daartegen verzet gedaan.
Partijen zijn uitgenodigd voor een zitting van 12 september 2024. Partijen zijn niet op de zitting verschenen.

OVERWEGINGEN

In de uitspraak van de Raad van 5 april 2024 is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard vanwege overschrijding van de termijn voor het indienen van een beroepschrift.
Op grond van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bedraagt de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken. Op grond van artikel 6:8, eerste lid, van de Awb vangt die termijn aan met ingang van de dag na die waarop de uitspraak op de voorgeschreven wijze is bekend gemaakt. De uitspraak waartegen hoger beroep is ingesteld, is op 4 mei 2023 aan partijen toegezonden. De termijn van zes weken verstreek derhalve op 15 juni 2023. Het beroepschrift is door de Raad op 16 oktober 2023 ontvangen. Het beroepschrift is dus te laat ingediend.
Uit artikel 6:11 van de Awb volgt dat niet-ontvankelijkverklaring van een na afloop van de termijn ingediend beroepschrift achterwege blijft als redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.
Appellante heeft in verzet alleen inhoudelijke gronden aangevoerd en niet gemotiveerd waarom zij niet tijdig hoger beroep heeft ingesteld.
Dit betekent dat het verzet ongegrond moet worden verklaard.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door E.C.G. Okhuizen, in tegenwoordigheid van F. Sporrel als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 24 oktober 2024.
(getekend) E.C.G. Okhuizen
(getekend) F. Sporrel