ECLI:NL:CRVB:2024:2043
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding
Op 24 oktober 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/2900 ANW-V. Het hoger beroep dat door appellante was ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 21 april 2023, is kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De reden hiervoor is de overschrijding van de termijn voor het indienen van een beroepschrift. Volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bedraagt deze termijn zes weken, en begint deze termijn te lopen vanaf de dag na de bekendmaking van de uitspraak. In dit geval is de uitspraak op 4 mei 2023 aan partijen toegezonden, waardoor de termijn op 15 juni 2023 verstreek. Het beroepschrift is echter pas op 16 oktober 2023 door de Raad ontvangen, wat betekent dat het te laat is ingediend.
Appellante heeft in verzet tegen de niet-ontvankelijkverklaring alleen inhoudelijke gronden aangevoerd, zonder te motiveren waarom zij niet tijdig hoger beroep heeft ingesteld. De Raad heeft vastgesteld dat er geen reden is om aan te nemen dat appellante niet in verzuim is geweest, en heeft daarom het verzet ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door rechter E.C.G. Okhuizen, in tegenwoordigheid van griffier F. Sporrel, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.