Uitspraak
12 april 2024, 23/444
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. J.P. van Mulken, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Limburg. De rechtbank had op 12 april 2024 uitspraak gedaan in een zaak met nummer 23/444. De Centrale Raad van Beroep heeft op 24 oktober 2024 geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht van € 138,- niet binnen de gestelde termijn is betaald. De appellante is herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht tijdig te voldoen. Ondanks een beroep op betalingsonmacht, heeft de Raad het verzoek afgewezen omdat appellante niet aan de vereisten voldeed. De Raad heeft vastgesteld dat er geen reden is om aan te nemen dat appellante niet in verzuim is geweest. De uitspraak is gedaan door S.B. Smit-Colenbrander, in aanwezigheid van griffier A. Giesen, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.