ECLI:NL:CRVB:2024:2003
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering toekennen Wajong-uitkering na laattijdige aanvraag en medisch onderzoek
In deze zaak gaat het om de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om appellant een Wajong-uitkering toe te kennen. Appellant heeft op 8 september 2021 een aanvraag ingediend, maar het Uwv heeft deze geweigerd op basis van een medisch onderzoek waaruit bleek dat appellant niet voldeed aan de voorwaarden voor een Wajong-uitkering. Appellant stelt dat hij geen arbeidsvermogen heeft en als jonggehandicapte moet worden aangemerkt. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat het Uwv terecht heeft geweigerd de uitkering toe te kennen. De Raad oordeelt dat de medische onderzoeken zorgvuldig zijn uitgevoerd en dat appellant niet aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een uur en niet ten minste vier uur per dag belastbaar is, zoals vereist voor de Wajong-uitkering. De rechtbank had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Raad bevestigt deze uitspraak. Appellant heeft zijn standpunten niet met nieuwe medische gegevens onderbouwd, waardoor de beslissing van het Uwv in stand blijft.