Uitspraak
OVERWEGINGEN
Besluit proceskosten bestuursrecht begroot op € 875,- (1 punt voor het indienen van het hoger beroepschrift, met een waarde per punt van € 875,-) voor verleende rechtsbijstand.
BESLISSING
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De appellant heeft het hoger beroep ingetrokken, omdat het Uwv met een gewijzigde beslissing op bezwaar van 8 november 2023 gedeeltelijk aan zijn bezwaren tegemoet is gekomen. De rechtbank had eerder al een proceskostenveroordeling uitgesproken. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de appellant verzocht heeft om het Uwv te veroordelen in de proceskosten die hij heeft gemaakt in verband met het hoger beroep.
De Raad heeft overwogen dat op grond van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen. De appellant heeft verzocht om vergoeding van de kosten voor verleende rechtsbijstand en reiskosten. De Raad heeft vastgesteld dat de rechtbank al een proceskostenveroordeling had uitgesproken en dat het verzoek om vergoeding van reiskosten buiten de omvang van het geding valt.
De Centrale Raad van Beroep heeft het Uwv veroordeeld in de kosten die de appellant redelijkerwijs heeft moeten maken in verband met de behandeling van het hoger beroep. De kosten zijn begroot op € 875,- voor verleende rechtsbijstand, en het Uwv moet ook het door de appellant betaalde griffierecht van € 136,- vergoeden. De uitspraak is gedaan door M.E. Fortuin, in tegenwoordigheid van M. Reith als griffier, en is openbaar uitgesproken op 2 oktober 2024.