ECLI:NL:CRVB:2024:1865
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- S.B. Smit-Colenbrander
- M.D.F. de Moor
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en proceskostenveroordeling in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland. De rechtbank had op 22 januari 2024 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/832. Appellante heeft het hoger beroep ingetrokken omdat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op 4 april 2024 een gewijzigde beslissing op bezwaar heeft genomen, waarbij het Uwv volledig aan de bezwaren van appellante tegemoet is gekomen. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een zitting, en is het onderzoek ter zitting achterwege gebleven.
Appellante heeft verzocht om een proceskostenveroordeling, aangezien het Uwv geen verweerschrift heeft ingediend. De Centrale Raad van Beroep heeft in deze uitspraak de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toegepast, met name artikel 8:75a, dat bepaalt dat het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten als het beroep is ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener is tegemoetgekomen.
De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv in de proceskosten van appellante moet worden veroordeeld tot een bedrag van € 875,-, wat is vastgesteld op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. Daarnaast moet het Uwv het door appellante betaalde griffierecht van € 138,- vergoeden. De uitspraak is gedaan door S.B. Smit-Colenbrander, in tegenwoordigheid van M.D.F. de Moor als griffier, en is openbaar uitgesproken op 2 oktober 2024.