ECLI:NL:CRVB:2024:1848
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over beëindiging ZW-uitkering en onzorgvuldig medisch onderzoek
In deze zaak staat de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante centraal. Appellante, die zich ziekmeldde na haar bevalling, betwist de juistheid van de vastgestelde medische beperkingen door het Uwv. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het medisch onderzoek niet zorgvuldig is uitgevoerd en dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd is. De Raad heeft het Uwv opgedragen om het gebrek in het besluit te herstellen door nadere informatie in te winnen bij de huisarts en psycholoog van appellante. De uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die het bezwaar van appellante ongegrond verklaarde, wordt niet bevestigd. De Raad benadrukt dat het essentieel is om een volledig beeld van de medische situatie van appellante te krijgen, vooral gezien haar psychische klachten. De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting waar zowel appellante als het Uwv vertegenwoordigd waren. De uitspraak is gedaan op 26 september 2024.