Uitspraak
OVERWEGINGEN
psychologe Riemen van 11 maart 2021, waarin de stemmingsklachten, vergeetachtigheid en concentratieproblemen worden benoemd. Appellant wijst erop dat hij is uitgevallen voor zijn werkzaamheden wegens rugklachten ten gevolge van artrose en chronische lumbago. Deze rugklachten zijn ernstiger geworden en leiden tot meer beperkingen dan is aangenomen. Appellant is van mening dat de geselecteerde functies ongeschikt zijn voor hem vanwege een verdergaande zit- en sta-beperking en vertraagd handelingstempo door medicijngebruik. De functie huishoudelijk medewerker is niet passend omdat zijn dochter de huishoudelijke werkzaamheden in zijn woning verricht. Appellant wijst er verder op dat in deze functie hij twee keer 10 kilo moet tillen, wat fysiek onmogelijk is. Bij de andere functies moet hij de hele dag zitten, terwijl in de FML van 23 juli 2021 staat dat hij maximaal een half uur achtereen kan zitten. Appellant heeft verzocht een onafhankelijke verzekeringsarts als deskundige te benoemen.
.In hoger beroep is in de rapporten van 17 oktober 2023 en 28 februari 2024 navolgbaar uiteengezet dat met de aangenomen beperkingen voldoende tegemoet is gekomen aan de klachten van appellant. Ten aanzien van de brief van Emergis van 22 november 2021 is er op gewezen dat hier niet uit blijkt dat de crisisdienst eerder dan in september behandeling nodig achtte. Evenmin blijkt uit andere objectieve medische gegevens dat op de datum in geding meer beperkingen hadden moeten worden aangenomen ten aanzien van persoonlijk en sociaal functioneren dan is gedaan in de FML van 23 juli 2021.
½ punt voor de reactie van 18 september 2023 en ½ punt voor de reactie van 14 november 2023, totaal 3 punten). De brief van 12 april 2024 is een herhaling en komt (dus) niet voor vergoeding in aanmerking. Ook moet het Uwv het door appellant in hoger beroep betaalde griffierecht vergoeden.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant ten bedrage van € 2.625,-;
- bepaalt dat het Uwv het griffierecht van € 136,- aan appellant vergoedt.