Uitspraak
PROCESVERLOOP
.Het CAK heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. J.M. Nijman.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld over de niet-ontvankelijkheid van het beroep van appellant, die zijn beroepschrift niet tijdig had ingediend. Het beroepschrift was niet binnen de wettelijke termijn van zes weken ingediend, en de Raad oordeelde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. De rechtbank had eerder het beroep van appellant tegen een besluit van het CAK niet-ontvankelijk verklaard, omdat het beroepschrift pas op 8 juli 2020 was ingediend, terwijl de termijn op 27 mei 2020 was aangevangen. Appellant voerde aan dat hij door een defect aan zijn laptop en door vertraging in de internationale post niet in staat was om tijdig te reageren. De Raad oordeelde echter dat deze omstandigheden niet voldoende waren om de termijnoverschrijding als verschoonbaar te beschouwen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep van appellant ongegrond. Hierdoor kreeg appellant geen vergoeding voor zijn proceskosten en het betaalde griffierecht.