Uitspraak
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wettelijke regels
:een situatie waarin de verzekerde:
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante, geboren in 2008, een aanvraag ingediend voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) vanwege haar medische aandoeningen, waaronder spina bifida aperta en hydrocefalie. Het CIZ heeft deze aanvraag afgewezen, omdat er volgens hen geen blijvende behoefte was aan 24 uur per dag zorg in de nabijheid. De rechtbank heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, wat leidde tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
De Centrale Raad heeft de zaak behandeld op een zitting waar appellante werd bijgestaan door haar vader en haar advocaat, mr. B. van Dijk. Het CIZ werd vertegenwoordigd door mr. I.C.J.G. van Maris-Kindt. De Raad heeft de medische informatie en adviezen van de neurochirurg in overweging genomen, die aangaven dat appellante in staat is om op relevante momenten hulp in te roepen. De Raad concludeert dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat er in de beoordelingsperiode sprake was van een blijvende behoefte aan 24 uur per dag zorg in de nabijheid ter voorkoming van ernstig nadeel.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en het bestreden besluit van het CIZ blijft in stand. Appellante heeft geen recht op vergoeding van proceskosten of terugbetaling van griffierecht. De Raad wijst erop dat appellante de mogelijkheid heeft om een nieuwe aanvraag in te dienen bij het CIZ, waarbij een nieuwe beoordelingsperiode zal gelden.