ECLI:NL:CRVB:2024:172
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ingangsdatum verhoging Wajong-uitkering naar 75% van het minimumloon en wijziging in gezondheidstoestand
In deze zaak gaat het om de ingangsdatum van de verhoging van de Wajong-uitkering van appellant naar 75% van het minimumloon, vastgesteld door het Uwv op 1 januari 2021. Appellant is van mening dat deze datum eerder had moeten zijn, namelijk op 1 januari 2020 of 1 augustus 2020, vanwege een verslechtering van zijn gezondheidstoestand. De Centrale Raad van Beroep heeft de uitspraak van de rechtbank Rotterdam bevestigd, die het beroep van appellant ongegrond had verklaard. De Raad oordeelt dat het Uwv terecht de ingangsdatum op 1 januari 2021 heeft vastgesteld, omdat appellant niet eerder een wijziging in zijn gezondheidstoestand heeft doorgegeven en geen bezwaar heeft gemaakt tegen eerdere besluiten van het Uwv. De Raad heeft vastgesteld dat de verzekeringsartsen voldoende hebben gemotiveerd dat er geen concrete medische aanwijzingen zijn voor een verslechtering van de toestand van appellant voor de vastgestelde datum. De uitspraak bevestigt dat de Wajong-uitkering van appellant met ingang van 1 januari 2021 wordt verhoogd, maar dat de ingangsdatum niet eerder kan zijn dan deze datum. Appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht, omdat het hoger beroep niet slaagt.