ECLI:NL:CRVB:2024:1690
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering terug te komen van het besluit tot afwijzing van een Wajong-aanvraag
In deze zaak gaat het om de vraag of het Uwv het verzoek van appellante om haar een Wajong-uitkering toe te kennen, terecht heeft afgewezen onder verwijzing naar een eerdere afwijzing van een dergelijk verzoek. Appellante heeft op 13 november 2009 een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, die op 16 februari 2010 werd afgewezen. Appellante heeft geen bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing. In de daaropvolgende jaren heeft appellante meerdere keren een Wajong-aanvraag ingediend, die telkens werd afgewezen onder verwijzing naar de eerdere besluiten. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat het Uwv ten onrechte niet is teruggekomen op de eerdere afwijzing en dat het bestreden besluit evident onredelijk is. De Centrale Raad van Beroep oordeelt echter dat het Uwv terecht niet is teruggekomen op de weigering om appellante een Wajong-uitkering toe te kennen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond heeft verklaard. De Raad concludeert dat de medische gegevens die appellante heeft ingediend geen nieuw licht werpen op haar belastbaarheid en dat de eerdere besluiten zorgvuldig zijn genomen. De weigering om terug te komen van het besluit van 16 februari 2010 blijft in stand, en appellante krijgt geen vergoeding voor haar proceskosten.