Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
4.6. Verder heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep in zijn rapport van 22 mei 2024 voldoende gemotiveerd dat niet is gebleken dat op de datum in geding sprake was van beperkingen als gevolg van Long COVID. Uit de ingebrachte medische stukken, waaronder het huisartsenjournaal van 27 juni 2023, blijkt dat appellante in december 2021 positief is getest op COVID-19, dat ze op 19 januari 2022 melding maakt van klachten na een COVIDbesmetting in december 2021 en dat ze niet eerder dan in juni 2023 aangeeft dat ze moe is en een volledig onderzoek wil laten doen naar Long COVID. Krol lijkt er in zijn rapport vanuit te gaan dat sprake is van Long COVID maar dit wordt niet onderbouwd. De Raad volgt de verzekeringsarts bezwaar en beroep in zijn standpunt dat uit de medische informatie niet blijkt dat op de datum in geding sprake was van beperkingen als gevolg van een COVID-19 besmetting.
4.8. Uit het voorgaande volgt dat sprake is van een zorgvuldige besluitvorming en dat de Raad geen twijfel heeft over de juistheid van de medische beoordeling. Daarom wordt geen aanleiding gezien om een deskundige te benoemen.