ECLI:NL:CRVB:2024:1594

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
1 augustus 2024
Publicatiedatum
8 augustus 2024
Zaaknummer
23/771 AOW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzet wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure

Op 1 augustus 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/771 AOW-V, waarin het verzet van appellant niet-ontvankelijk werd verklaard. Dit verzet was ingediend tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 13 juli 2023, waarin het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 5 december 2022 niet-ontvankelijk was verklaard. De appellant, woonachtig in Marokko, had verzet ingesteld, maar dit was te laat ingediend. De Raad overwoog dat het verzet op 18 oktober 2023 was gedateerd en op 6 november 2023 was ontvangen, wat geruime tijd na de termijn voor verzet was. Appellant stelde dat de vertraging te wijten was aan de postdiensten, maar de Raad vond deze stelling niet aannemelijk. De Raad concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten. Daarom werd het verzet niet-ontvankelijk verklaard en er werd geen proceskostenvergoeding aan appellant toegekend.

Uitspraak

Datum uitspraak: 1 augustus 2024
23/771 AOW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het verzet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam 5 december 2022, 20/4650 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] , Marokko (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

In de uitspraak van 13 juli 2023 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard omdat het na afloop van de termijn is ingediend.
Appellant heeft verzet ingediend.
Het verzet is behandeld op de zitting van 11 juli 2024. Partijen zijn niet verschenen.

OVERWEGINGEN

De Raad heeft op 13 juli 2023 uitspraak gedaan. De uitspraak is dezelfde dag verzonden. Het verzet van appellant is gedateerd op 18 oktober 2023 en is ontvangen op 6 november 2023. Dat is geruime tijd na het aflopen van de termijn om verzet in te dienen.
Appellant heeft aangevoerd dat de termijn overschrijdingen te wijten zijn aan de postdiensten en dat hij de brieven die hij krijgt beantwoord op het moment dat hij ze ontvangt.
De Raad overweegt dat appellant pas maanden na het verzenden van de uitspraak verzet heeft ingesteld. Hoewel bekend is dat postbezorging naar Marokko gemiddeld langer duurt dan postbezorging binnen Nederland, is op basis van de enkele stelling niet aannemelijk dat appellant de uitspraak van de Raad maanden later heeft ontvangen.
De Raad ziet in wat appellant heeft aangevoerd geen bijzondere omstandigheden die maken dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is.
Dit betekent dat het verzet niet-ontvankelijk wordt verklaard.
De Raad ziet geen aanleiding om proceskosten aan appellant te vergoeden.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van E.P.J.M. Claerhoudt als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 1 augustus 2024.
(getekend) J.C. Boeree
(getekend) E.P.J.M. Claerhoudt