ECLI:NL:CRVB:2024:1591
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet ongegrond wegens niet-tijdige indiening van hoger beroepschrift
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 augustus 2024 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn hoger beroep. Het hoger beroepschrift was niet tijdig ingediend, aangezien de termijn voor indiening op 2 januari 2023 afliep. Appellant had zijn beroepschrift gedateerd op 1 januari 2023, maar het was pas op 4 januari 2023 ter post bezorgd en op 17 januari 2023 door de Raad ontvangen. Hierdoor was de termijn overschreden en kon het hoger beroep niet inhoudelijk worden behandeld.
Appellant heeft verzet aangetekend en stelde dat hij het beroepschrift op tijd had verzonden. Tijdens de zitting op 11 juli 2024 zijn partijen niet verschenen. De Raad heeft overwogen dat appellant geen feiten of omstandigheden heeft aangedragen die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat hij niet in verzuim was. In een brief van 23 maart 2023 verklaarde appellant dat hij het beroepschrift per aangetekende post vanuit Marokko had verzonden, maar de Raad concludeerde dat de poststempel aantoont dat het beroepschrift na de termijn was verzonden.
De Raad heeft uiteindelijk geoordeeld dat het verzet ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van griffier E.P.J.M. Claerhoudt, en is openbaar uitgesproken op 1 augustus 2024.