ECLI:NL:CRVB:2024:1589

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
1 augustus 2024
Publicatiedatum
8 augustus 2024
Zaaknummer
23/178 AKW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzet wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure

Op 1 augustus 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/178 AKW-V. Deze uitspraak betreft het verzet van een appellant tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 30 juni 2023, waarin het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk was verklaard. De reden voor deze niet-ontvankelijkheid was dat het griffierecht niet was betaald. De appellant heeft op 3 januari 2024 een verzetschrift ingediend, maar dit was te laat, aangezien de termijn voor het indienen van verzet op 18 september 2023 was verstreken. De Raad heeft op 12 maart 2024 aan de appellant gevraagd naar de reden voor het overschrijden van de verzetstermijn, maar de appellant heeft hierop niet gereageerd.

Tijdens de zitting op 11 juli 2024 zijn partijen niet verschenen. De Raad heeft geconcludeerd dat het verzet niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat de termijn voor het indienen van verzet al was verstreken en er geen geldige reden is gegeven voor deze overschrijding. De Raad heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling in deze zaak. De uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van griffier E.P.J.M. Claerhoudt, en is openbaar uitgesproken op 1 augustus 2024.

Uitspraak

Datum uitspraak: 1 augustus 2024
23/178 AKW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het verzet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 29 november 2022, 20/4073 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] , Marokko (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)

PROCESVERLOOP

Bij uitspraak van 30 juni 2023 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Appellante heeft verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 11 juli 2024. Partijen zijn niet verschenen.

OVERWEGINGEN

De Raad heeft het hoger beroep van appellant in de uitspraak van 30 juni 2023 nietontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald. Deze uitspraak is dezelfde dag verzonden. De termijn voor het indienen van verzet is op 18 september 2023 verstreken. Aan partijen is op 18 september 2023 per brief meegedeeld dat er geen verzet is ingediend.
Op 3 januari 2024 heeft de Raad een verzetschrift van appellant ontvangen. Omdat de termijn voor verzet al was verstreken is op 12 maart 2024 aan appellant naar de reden gevraagd voor het overschrijden van de verzetstermijn. Hierop heeft appellant niet gereageerd.
Dit betekent dat het verzet niet-ontvankelijk wordt verklaard.
Voor een proceskostenveroordeling van het verzet is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van E.P.J.M. Claerhoudt als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 1 augustus 2024.
(getekend) J.C. Boeree
(getekend) E.P.J.M. Claerhoudt