ECLI:NL:CRVB:2024:1583
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoek om herziening wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 6 augustus 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/2973 PW. Het betreft een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 13 december 2022. Verzoeker heeft verzocht om herziening, maar het griffierecht van € 136,- is niet binnen de gestelde termijn betaald. De Raad heeft verzoeker in eerdere correspondentie, zowel op 25 oktober 2023 als op 25 november 2023, gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en de gevolgen van het niet tijdig betalen. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet tijdig voldaan. De Raad oordeelt dat er op basis van de beschikbare gegevens redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat verzoeker niet in verzuim is geweest. Hierdoor is het verzoek om herziening kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door M. Wolfrat, in tegenwoordigheid van A. Giesen als griffier, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan de mogelijkheid open om binnen zes weken schriftelijk verzet te doen.