ECLI:NL:CRVB:2024:1396
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstand op basis van prepensioen in het kader van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo)
In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van bijstand die is verstrekt op basis van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo) voor de periode van 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020. De appellante heeft een bedrag van € 1.655,67 ontvangen, maar het college van burgemeester en wethouders van Meppel heeft vastgesteld dat zij in die periode inkomsten had uit een prepensioen van Stichting [stichting] en Welzijn. Deze inkomsten zijn volgens de Participatiewet en de Tozo als inkomen te beschouwen, wat leidt tot een lager recht op bijstand voor appellante.
De rechtbank heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarop zij in hoger beroep is gegaan. Appellante stelt dat zij door een medewerker van de gemeente verkeerd is voorgelicht over de invloed van het prepensioen op haar recht op bijstand. Ze beweert dat haar is verteld dat het prepensioen niet relevant was, waardoor ze het niet heeft vermeld in haar aanvraag. Echter, de gemeente heeft alle correspondentie, inclusief e-mails met deze informatie, vernietigd, waardoor appellante niet kan bewijzen dat zij verkeerd is geïnformeerd.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet heeft aangetoond dat er toezeggingen zijn gedaan door de gemeente die haar een gerechtvaardigde verwachting zouden hebben gegeven dat het prepensioen geen invloed zou hebben op de bijstandsverlening. Het beroep op het vertrouwensbeginsel wordt afgewezen, omdat appellante niet kan bewijzen dat zij op basis van de informatie van de gemeente redelijkerwijs mocht verwachten dat het prepensioen niet in mindering zou worden gebracht op de bijstand. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.