ECLI:NL:CRVB:2024:1331
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten uitwerking geluidsopname
In deze zaak heeft appellant, woonachtig in de gemeente [woonplaats], een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand ter dekking van de kosten van het uitwerken van een geluidsopname van een gesprek met de sociale recherche. Het college van burgemeester en wethouders van Gulpen-Wittem heeft deze aanvraag afgewezen, stellende dat de kosten niet noodzakelijk waren. Appellant is het niet eens met deze afwijzing en heeft hoger beroep ingesteld.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op een zitting op 6 februari 2024, waarbij appellant werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. S. Ikiz. Het college werd vertegenwoordigd door mr. W. Huntjens en W.H.A. Ottenheim. De Raad heeft vastgesteld dat er van het gesprek op 15 augustus 2017 een verslag is opgemaakt en dat appellant in hoger beroep had kunnen aanvoeren dat dit verslag onvolledig of onjuist was. De Raad oordeelt dat de wens van appellant om de geluidsopname uit te werken, enkel ter versterking van zijn positie in het geschil, niet voldoende is om de kosten als noodzakelijk te beschouwen.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg, die het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond had verklaard. Hierdoor blijft de afwijzing van de aanvraag om bijzondere bijstand in stand. Appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht, aangezien het hoger beroep niet slaagt. De uitspraak is gedaan door E.J.M. Heijs, in tegenwoordigheid van N. ter Heerdt als griffier, en is openbaar uitgesproken op 19 maart 2024.