ECLI:NL:CRVB:2024:1289
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over de duurzaamheid van arbeidsongeschiktheid in het kader van WIA-uitkering
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 24 juni 2024, wordt het bestreden besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) niet deugdelijk gemotiveerd bevonden. Appellante, die sinds 8 februari 2011 een WGA-uitkering ontvangt, heeft in hoger beroep gesteld dat zij duurzaam volledig arbeidsongeschikt is en recht heeft op een IVA-uitkering. De Raad oordeelt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep onvoldoende heeft gemotiveerd dat de lichamelijke klachten van appellante niet als duurzaam kunnen worden aangemerkt. De Raad draagt het Uwv op om binnen zes weken het gebrek in het bestreden besluit te herstellen, waarbij de kans op herstel van de lichamelijke belastbaarheid opnieuw moet worden ingeschat. De uitspraak volgt op een eerdere beslissing van de rechtbank Rotterdam, die het bezwaar van appellante ongegrond had verklaard. De Raad heeft de zaak behandeld op zittingen in 2021 en 2024, waarbij deskundigen zijn geraadpleegd en rapporten zijn ingediend. De Raad concludeert dat de inschatting van de kans op herstel niet voldoende is onderbouwd, wat leidt tot de noodzaak van herbeoordeling door het Uwv.