Uitspraak
20 december 2022, 22/4110
Centrale Raad van Beroep
Op 25 juni 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/44 PW. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald. Appellanten, die in hoger beroep gingen tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 20 december 2022, zijn herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht van € 136,-. Ondanks meerdere aanmaningen en de mogelijkheid om vrijstelling aan te vragen, hebben appellanten niet tijdig aan de betalingsverplichting voldaan. De Raad heeft hen in de gelegenheid gesteld om aan te tonen dat zij aan de vereisten voor vrijstelling voldoen, maar het formulier is niet binnen de gestelde termijn retour gestuurd. Hierdoor kon de Raad niet oordelen dat appellanten niet in verzuim waren. De uitspraak is gedaan door rechter C.E.M. Marsé, in tegenwoordigheid van griffier A. Giesen, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat verzet open voor belanghebbenden en het bestuursorgaan binnen zes weken na verzending van het afschrift.