ECLI:NL:CRVB:2024:1252
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening, terugvordering en verrekening van bijstand in verband met bijschrijvingen op bankrekening
In deze zaak gaat het om de herziening, terugvordering en verrekening van bijstand van appellante over enkele maanden. Appellante ontving bijschrijvingen op haar bankrekening die door het college als inkomen zijn aangemerkt. Appellante heeft aangevoerd dat deze bijschrijvingen afkomstig waren van haar zus en dat zij deze bedragen niet vrijelijk kon aanwenden. De Centrale Raad van Beroep heeft op 18 juni 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De Raad oordeelt dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet over de bijschrijvingen kon beschikken en dat deze niet als inkomen aangemerkt konden worden. De Raad bevestigt de beslissing van de rechtbank dat de bijschrijvingen terecht als inkomen zijn aangemerkt en dat het college de bijstand van appellante terecht heeft herzien en teruggevorderd. De Raad wijst erop dat het op appellante ligt om aan te tonen dat de bijschrijvingen geen inkomen vormen, wat zij niet heeft gedaan. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en appellante krijgt geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.