Uitspraak
PROCESVERLOOP
24maart 2022 tussen partijen gewezen uitspraak.
OVERWEGINGEN
niet-ontvankelijk,zodat zonder verder onderzoek kan worden beslist.
Centrale Raad van Beroep
Op 18 juni 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/1646 PW. Het betreft een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 24 maart 2022, waarin verzoekster een beslissing had aangevochten. Verzoekster heeft op 15 mei 2023 verzocht om herziening, maar heeft het verschuldigde griffierecht van € 136,- niet binnen de gestelde termijn betaald. De Raad heeft verzoekster herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, met duidelijke instructies over de termijn en wijze van betaling. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet tijdig voldaan, waardoor het verzoek om herziening niet-ontvankelijk is verklaard. De Raad heeft geoordeeld dat er geen reden is om aan te nemen dat verzoekster niet in verzuim is geweest. De uitspraak is gedaan door C.E.M. Marsé, in tegenwoordigheid van griffier A. Giesen, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat een mogelijkheid tot verzet open voor belanghebbenden binnen zes weken na verzending van het afschrift.