ECLI:NL:CRVB:2024:1196
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening ANW-uitkering wegens gebrek aan verzekering echtgenoot
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 juni 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellante, woonachtig in Marokko, had een aanvraag ingediend voor een ANW-uitkering na het overlijden van haar echtgenoot, die op het moment van overlijden niet verzekerd was voor de ANW. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) had de aanvraag op 6 juli 2020 afgewezen, wat door appellante werd bestreden. De Svb verklaarde het bezwaar ongegrond en ook een later verzoek om herziening werd afgewezen, omdat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren die de beslissing konden onderbouwen.
De rechtbank Amsterdam heeft het beroep van appellante tegen het besluit van de Svb ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad oordeelde dat appellante in hoger beroep geen nieuwe argumenten had aangedragen die de eerdere besluiten konden weerleggen. De Raad concludeerde dat er geen bewijs was dat de echtgenoot van appellante op de dag van zijn overlijden verzekerd was voor de ANW, wat essentieel is voor het recht op de uitkering. De Raad heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken in cassatie te gaan bij de Hoge Raad der Nederlanden.