ECLI:NL:CRVB:2024:117
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting door vrijwilligerswerk
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 9 januari 2024, wordt de intrekking en terugvordering van bijstand van appellant besproken. Appellant had bijstand ontvangen op grond van de Participatiewet (PW) en heeft in de periode van 26 mei 2020 tot 30 juni 2020 vrijwilligerswerk verricht bij een buitenschoolse opvang (BSO) zonder dit te melden aan het college van burgemeester en wethouders van Aalsmeer. Het college heeft de bijstand van appellant terecht ingetrokken en teruggevorderd, omdat appellant zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden. De Raad bevestigt het oordeel van de rechtbank dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij recht had op (aanvullende) bijstand indien hij wel aan zijn verplichtingen had voldaan. De Raad oordeelt dat het college op basis van de onderzoeksresultaten en de verklaringen van appellant kon concluderen dat hij vrijwilligerswerk deed, ondanks dat hij hiervoor geen financiële vergoeding ontving. De uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 21 december 2021, die gedeeltelijk in het voordeel van appellant was, wordt bevestigd voor zover deze is aangevochten. Appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.