ECLI:NL:CRVB:2024:1140
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag dubbele kinderbijslag op basis van zorgscore
Deze uitspraak betreft de afwijzing van de aanvraag voor dubbele kinderbijslag door de Sociale verzekeringsbank (Svb) voor de dochter van appellante. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb terecht heeft besloten geen dubbele kinderbijslag toe te kennen, omdat de dochter van appellante niet voldoet aan de voorwaarden voor intensieve zorg zoals vastgelegd in de Algemene Kinderbijslagwet (AKW). De Raad stelt vast dat de zorgscore van de dochter, die bekend is met somatische en psychiatrische problematiek, op twee punten is vastgesteld, terwijl voor toekenning van dubbele kinderbijslag een minimale score van drie punten vereist is.
Appellante had op 2 februari 2021 een aanvraag ingediend voor dubbele kinderbijslag, maar deze werd afgewezen door de Svb op basis van adviezen van het CIZ. De rechtbank Rotterdam heeft het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. Appellante is het niet eens met deze uitspraak en heeft hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 18 april 2024 is appellante niet verschenen, maar de Svb werd vertegenwoordigd door mr. P. Stahl-de Bruin en G.F. Hijmans.
De Raad heeft de argumenten van appellante in hoger beroep beoordeeld, maar komt tot de conclusie dat de rechtbank terecht het bestreden besluit in stand heeft gelaten. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en concludeert dat de Svb op goede gronden de aanvraag voor dubbele kinderbijslag heeft afgewezen. Appellante krijgt geen vergoeding van haar proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven. De uitspraak is openbaar gedaan op 30 mei 2024.