ECLI:NL:CRVB:2024:1082
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet-betaald griffierecht
Op 24 mei 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzetprocedure. Het verzet was ingesteld door de appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep, dat eerder op 31 mei 2023 was afgewezen omdat het griffierecht niet was betaald. De appellant had verzet aangetekend en beweerde dat hij het griffierecht inmiddels had voldaan. Tijdens de zitting op 12 april 2024 zijn beide partijen echter niet verschenen.
De Raad heeft de argumenten van de appellant in zijn verzetschrift beoordeeld. Hij had een bankafschrift overgelegd waaruit een afschrijving van € 136,- bleek, maar deze afschrijving was van 16 juni 2022 en betrof een andere zaak. De Raad concludeerde dat het verschuldigde griffierecht voor de huidige procedure nog steeds niet was betaald. De appellant heeft geen andere redenen aangevoerd voor het uitblijven van de betaling van het griffierecht.
Gelet op deze bevindingen heeft de Centrale Raad van Beroep het verzet ongegrond verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling in deze procedure. De uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in aanwezigheid van S.C. Scholten als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.