ECLI:NL:CRVB:2024:1082

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 mei 2024
Publicatiedatum
7 juni 2024
Zaaknummer
22/3820 WAO-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet-betaald griffierecht

Op 24 mei 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzetprocedure. Het verzet was ingesteld door de appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep, dat eerder op 31 mei 2023 was afgewezen omdat het griffierecht niet was betaald. De appellant had verzet aangetekend en beweerde dat hij het griffierecht inmiddels had voldaan. Tijdens de zitting op 12 april 2024 zijn beide partijen echter niet verschenen.

De Raad heeft de argumenten van de appellant in zijn verzetschrift beoordeeld. Hij had een bankafschrift overgelegd waaruit een afschrijving van € 136,- bleek, maar deze afschrijving was van 16 juni 2022 en betrof een andere zaak. De Raad concludeerde dat het verschuldigde griffierecht voor de huidige procedure nog steeds niet was betaald. De appellant heeft geen andere redenen aangevoerd voor het uitblijven van de betaling van het griffierecht.

Gelet op deze bevindingen heeft de Centrale Raad van Beroep het verzet ongegrond verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling in deze procedure. De uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in aanwezigheid van S.C. Scholten als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

Datum uitspraak: 24 mei 2024
22/3820 WAO-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het verzet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 11 oktober 2022, 22/1809 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

In de uitspraak van 31 mei 2023 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Appellant heeft verzet gedaan.
Het verzet is behandeld op de zitting van 12 april 2024. Beide partijen zijn niet verschenen

OVERWEGINGEN

De Raad heeft het hoger beroep van appellante in de uitspraak van 31 mei 2023 nietontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald.
In verzet heeft appellant aangegeven dat hij het griffierecht reeds heeft betaald.
De Raad stelt vast dat de stellingen van appellant in zijn verzetschrift niet slagen. Bij het verzetschrift zat een bankafschrift waarop een afschrijving van € 136,- te zien is. Deze afschrijving is van 16 juni 2022 en heeft betrekking op een andere zaak. Het verschuldigde griffierecht in deze zaak is nog niet betaald. Appellant heeft geen andere redenen aangevoerd waarom het griffierecht in deze procedure nog niet betaald is.
Dit betekent dat het verzet ongegrond wordt verklaard.
Voor een proceskostenveroordeling van het verzet is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van S.C. Scholten als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 24 mei 2024.
(getekend) J.C. Boeree
(getekend) S.C. Scholten

DECISION

Le Centrale Raad van Beroep (conseil central d’appel) déclare l’opposition non fondée.
Ce verdict a été fait par J.C. Boeree en presence de S.C. Scholten en qualité de greffier. La décision a été prononcée en public le 24 mai 2024.
(Signé) J.C. Boeree
(Signé) S.C. Scholten