Uitspraak
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
(met name via de MRI-scan) concludeert dat appellante bewegingen van de schouder/arm naar voren en boven schouderhoogte, met name wanneer frequent uitgevoerd, vrijwel niet of erg moeizaam zal kunnen uitvoeren. Gelet op het gemotiveerde afwijkende standpunt van [X] heeft de Raad besloten een deskundige te benoemen.
Het oordeel van de Raad
(inzicht in het eigen kunnen). De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft er in het rapport van 7 december 2023 terecht op gewezen dat dit een vergissing is. In de FML van 28 december 2021 is op dit item namelijk geen beperking vastgesteld. De verzekeringsarts bezwaar en beroep stelt dat voor een beperking ook geen reden is en verwijst daarbij naar de Basisinformatie CBBS. Hierin staat vermeld dat een beperking op dit item aan de orde is bij een stoornis die leidt tot een verminderde realiteitstoetsing van de eigen mogelijkheden tot functioneren. Daarbij zal het moeten gaan om een ernstige stoornis, bijvoorbeeld een ernstige depressie. Hiervan is volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep geen sprake. Dit toereikend en inzichtelijk gemotiveerde standpunt wordt gevolgd. Dit betekent dat de deskundige voor wat betreft het item inzicht in het eigen kunnen niet wordt gevolgd.
Conclusie en gevolgen
(1 punt voor het beroepschrift en 1 punt voor de zitting) en € 2.187,50 in hoger beroep (1 punt voor het hogerberoepschrift, 1 punt voor de zitting en 0,5 punt voor de reactie op het rapport).
BESLISSING
O.N. Haafkes als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 22 mei 2024.