Uitspraak
CentraleRaad van Beroep van 15 februari 2017, 15/6515
Centrale Raad van Beroep
Op 23 mei 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van 15 februari 2017. Appellante had verzocht om herziening, maar het griffierecht van € 136,- was niet binnen de gestelde termijn betaald. De Raad heeft appellante in twee brieven, gedateerd op 17 januari en 17 februari 2024, gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en de gevolgen van het niet tijdig betalen. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet tijdig voldaan, waardoor het verzoek om herziening niet-ontvankelijk is verklaard. De Raad heeft geoordeeld dat er geen reden is om aan te nemen dat appellante niet in verzuim is geweest. De uitspraak is gedaan door Y. Sneevliet, in tegenwoordigheid van griffier A. Giesen, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan de mogelijkheid open om binnen zes weken schriftelijk verzet aan te tekenen.