ECLI:NL:CRVB:2023:998

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
4 mei 2023
Publicatiedatum
25 mei 2023
Zaaknummer
22 / 2339 ANW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering wezenuitkering op grond van de ANW wegens niet ouderloos zijn

In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 4 mei 2023, wordt de vraag behandeld of appellante recht heeft op een wezenuitkering op basis van de Algemene nabestaandenwet (ANW). De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft de aanvraag van appellante afgewezen, omdat zij door het overlijden van haar vader niet ouderloos is geworden. Appellante, geboren in 2013, is de dochter van [naam moeder] en [naam vader]. Haar vader overleed in 2019, maar haar moeder is nog in leven en niet uit de ouderlijke macht ontzet. Hierdoor voldoet appellante niet aan de voorwaarden voor een wezenuitkering volgens de ANW, die vereist dat het kind ouderloos is.

De rechtbank Gelderland had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigt deze uitspraak. Appellante heeft aangevoerd dat haar vader ten tijde van zijn overlijden verzekerd was voor de ANW en dat het onrechtvaardig is dat zij geen uitkering ontvangt. Ze heeft ook verwezen naar internationale verdragen en beweert dat Spanje haar ten onrechte geen (half)wezenpensioen heeft toegekend. De Raad oordeelt echter dat appellante geen recht heeft op een Nederlandse prorata halfwezenuitkering, zelfs als haar vader verzekerd zou zijn geweest onder de Spaanse wetgeving, omdat zij niet ouderloos is.

De Raad heeft geen rechtsmacht om te oordelen over besluiten die in Spanje zijn genomen. De conclusie is dat de Svb de aanvraag om een ANW-uitkering terecht heeft afgewezen, en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

22.2339 ANW

Datum uitspraak: 4 mei 2023
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 14 juni 2022, 21/4663 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
PROCESVERLOOP
1. Tot nu toe is de procedure als volgt verlopen.
1.1.
Met een besluit van 10 april 2020 heeft de Svb de aanvraag van appellante om een wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW) afgewezen.
1.2.
Appellante heeft daartegen bezwaar gemaakt, maar de Svb is met een besluit van 22 september 2021 (bestreden besluit) bij de afwijzing van de aanvraag gebleven. Appellante heeft tegen dit besluit hoger beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het bestreden besluit in stand gelaten.
1.3.
Namens appellante heeft haar moeder, [naam moeder] , hoger beroep ingesteld. De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
1.4.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 maart 2023. De zaak is tegelijk behandeld met de zaak met nummer 22/2259 ANW. Namens appellante is haar moeder verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. O.F.M. Vonk.

OVERWEGINGEN

Samenvatting
Het gaat in deze uitspraak om de vraag of appellante recht heeft op een wezenuitkering op grond van de ANW. De Svb heeft deze uitkering geweigerd omdat appellante door het overlijden van haar vader niet ouderloos is geworden. De Raad is het eens met deze weigering.
Totstandkoming van het bestreden besluit
1.1.
Appellante, geboren op [geboortedatum] 2013, is de dochter van [naam moeder] (moeder) en [naam vader] (vader). De ouders waren getrouwd. De vader van appellante is op [datum] 2019 overleden. Het gezin woonde toen in Spanje. Appellante heeft een aanvraag om (half)wezenuitkering gedaan in Spanje. Het Spaanse orgaan INSS heeft deze aanvraag met de nodige formulieren doorgestuurd naar de Svb.
1.2.
De Svb heeft de aanvraag om een wezenuitkering afgewezen, omdat appellante door het overlijden van haar vader niet ouderloos is geworden als bedoeld in artikel 26 van de ANW. Haar moeder is immers nog in leven en niet uit de ouderlijke macht ontzet. Appellante is wel halfwees geworden, maar een dergelijke uitkering kent de ANW niet meer.
Uitspraak van de rechtbank
2. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
Standpunten partijen
3.1.
Appellante heeft gesteld dat haar vader ten tijde van zijn overlijden wel verzekerd was voor de ANW. Appellante vindt het onrechtvaardig dat zij geen uitkering krijgt en heeft verwezen naar meerdere internationale verdragen. Verder voert appellante aan dat Spanje haar ten onrechte geen (half)wezenpensioen heeft toegekend.
3.2.
De Svb heeft verzocht de aangevallen uitspraak te bevestigen.
Het oordeel van de Raad
4.1.
Appellante heeft geen aanspraak op een wezenuitkering naar Nederlands recht, reeds omdat zij niet ouderloos is geworden. Een halfwezenuitkering kent de ANW niet meer. Anders dan de rechtbank heeft overwogen, zou appellante daarom ook geen recht hebben op een Nederlandse prorata halfwezenuitkering als de vader van appellante op de datum van zijn overlijden verzekerd zou zijn geweest op grond van de Spaanse wettelijke regeling. Appellante heeft niet concreet gemaakt dat dit in strijd is met enige internationale bepaling.
4.2.
De Raad heeft geen rechtsmacht om te oordelen over de juistheid van besluiten die al dan niet in Spanje zijn genomen.
Conclusie
4.3.
Uit overweging 4.1 volgt dat de Svb de aanvraag om een ANW-uitkering terecht heeft afgewezen. De aangevallen uitspraak zal daarom worden bevestigd.
5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door M.A.H. van Dalen-van Bekkum als voorzitter en A. van Gijzen en M. Wolfrat als leden, in tegenwoordigheid van D. Al-Zubaidi als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 4 mei 2023.
(getekend) M.A.H. van Dalen-van Bekkum
(getekend) D. Al-Zubaidi