ECLI:NL:CRVB:2023:991

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 mei 2023
Publicatiedatum
25 mei 2023
Zaaknummer
22 / 1855 ANW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering nabestaandenuitkering op grond van de ANW wegens gebrek aan verzekering echtgenoot

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. Appellante, geboren in 1967 en woonachtig in Marokko, had een nabestaandenuitkering op grond van de Algemene Nabestaandenwet (ANW) aangevraagd na het overlijden van haar echtgenoot op 28 december 2014. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) had eerder, bij besluit van 30 oktober 2015, de aanvraag afgewezen omdat de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW. Appellante had geprobeerd dit besluit te herzien, maar de Svb weigerde dit op 12 februari 2021. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante ongegrond, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.

De Raad oordeelde dat appellante geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die zouden kunnen leiden tot herziening van het eerdere besluit. De Raad bevestigde dat de echtgenoot van appellante niet verzekerd was voor de ANW op het moment van zijn overlijden, en dat de situatie van appellante, hoewel moeilijk, niet voldoende was om recht te geven op een nabestaandenuitkering. De Raad volgde de motivering van de rechtbank en concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en appellante kreeg geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht terug.

De uitspraak benadrukt het belang van verzekering voor de ANW en dat persoonlijke omstandigheden van de aanvrager niet automatisch leiden tot toekenning van uitkeringen als niet aan de wettelijke voorwaarden is voldaan.

Uitspraak

22/1855 ANW
Datum uitspraak: 24 mei 2023
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 21 april 2022, 21/4763 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te Marokko (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
PROCESVERLOOP
Met een besluit van 12 februari 2021 heeft de Svb het verzoek om herziening van een besluit van 30 oktober 2015 afgewezen. Appellante heeft daartegen bezwaar gemaakt. De Svb is met een besluit van 30 juli 2021 (bestreden besluit) bij de afwijzing van het verzoek om herziening gebleven.
Appellante heeft tegen dat besluit beroep ingesteld. De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak het beroep ongegrond verklaard.
Appellante heeft hoger beroep ingesteld. De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 12 april 2023. Partijen zijn niet verschenen.

OVERWEGINGEN

Samenvatting

In deze zaak moet worden beoordeeld of de Svb terecht het verzoek om herziening van het besluit van 30 oktober 2015 heeft afgewezen. In dat besluit was nabestaandenuitkering aan appellante geweigerd omdat haar echtgenoot niet verzekerd was voor de ANW [1] . De Raad is het eens met de rechtbank dat appellante geen feiten en omstandigheden heeft vermeld die moeten leiden tot herziening van dat besluit. De echtgenoot van appellante was ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd voor de ANW en daarom is terecht nabestaandenuitkering geweigerd.

Inleiding

1. Bij de beoordeling van het hoger beroep zijn de volgende feiten en omstandigheden van belang.
1.1.
Appellante is geboren in 1967 en woont in Marokko. Haar echtgenoot, geboren in 1931, was ten tijde van zijn overlijden op 28 december 2014 eveneens woonachtig in Marokko. Hij ontving tot zijn overlijden een ouderdomspensioen op grond van de AOW [2] . Appellante was de tweede echtgenote van haar echtgenoot. Appellante heeft een nabestaandenuitkering op grond van de ANW aangevraagd.
1.2.
Bij besluit van 30 oktober 2015 heeft de Svb geweigerd om appellante een nabestaandenuitkering op grond van de ANW toe te kennen, omdat haar echtgenoot op de dag van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW. De door appellante tegen dit besluit aanhangig gemaakte procedure heeft geleid tot een uitspraak van deze Raad van 20 januari 2017 [3] , waarbij de weigering van de nabestaandenuitkering in stand is gebleven.
1.3.
Op 5 februari 2021 heeft appellante de Svb verzocht het besluit van 30 oktober 2015 te herzien en aan haar alsnog een nabestaandenuitkering toe te kennen. Bij besluit van 12 februari 2021 heeft de Svb dit verzoek om herziening geweigerd. Het bezwaar van appellante tegen het besluit van 12 februari 2021 is bij het bestreden besluit ongegrond verklaard.
Uitspraak van de rechtbank
2. De rechtbank heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard. Daartoe is overwogen dat appellante geen nieuwe gegevens naar voren heeft gebracht waaruit blijkt dat haar echtgenoot toen hij overleed wel verzekerd was voor de ANW. Ook heeft appellante niets aangevoerd waaruit blijkt dat het besluit van 30 oktober 2015 onmiskenbaar onjuist was. De Svb heeft daardoor het herzieningsverzoek naar het verleden toe kunnen afwijzen. De Svb heeft ook voor de toekomst het verzoek om herziening kunnen afwijzen omdat niet is komen vast te staan dat de echtgenoot op de dag van zijn overlijden verzekerd was voor de ANW. Het feit dat de eerste echtgenote wel een uitkering ontvangt, komt omdat zij een AOWpensioen ontvangt. Verder heeft de rechtbank overwogen dat de situatie dat zij oud en ziek is geworden, onder zware omstandigheden leeft en niemand heeft die voor haar zorgt, geen omstandigheid is die tot toekenning van uitkering kan leiden.
Het standpunt van appellant
3. Appellante heeft herhaald dat zij de tweede vrouw is van haar echtgenoot en dat ze niet begrijpt dat de eerste vrouw wel een betaling krijgt en zij niet. Na het overlijden van haar echtgenoot leeft ze onder zware omstandigheden, is ze oud en ziek geworden en neemt ze regelmatig medicijnen. Ze heeft niemand om haar te helpen.

Het oordeel van de Raad

4.1.
De Raad begrijpt dat appellante in moeilijke omstandigheden leeft omdat zij geen enkel inkomen meer heeft sinds het overlijden van haar echtgenoot. Dit kan echter niet leiden tot toekenning van een nabestaandenuitkering op grond van de ANW. De Raad volgt het oordeel van de rechtbank en de motivering waarop dat berust en verwijst daarnaar. In hoger beroep heeft appellante niets aangevoerd wat een ander licht werpt op de zaak. De echtgenoot was ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd voor de ANW. Uit het dossier blijkt dat de eerste echtgenote een ouderdomspensioen op grond van de AOW ontvangt. Dit AOW-pensioen is gebaseerd op de verzekerde tijdvakken van haar echtgenoot tijdens het huwelijk. Hiervoor komt appellante niet in aanmerking.

Conclusie en gevolgen

4.2.
Dit betekent dat het hoger beroep niet slaagt. De aangevallen uitspraak moet worden bevestigd. Appellante heeft geen recht op een nabestaandenuitkering op grond van de ANW.
5. Appellante krijgt daarom geen vergoeding voor haar proceskosten. Zij krijgt ook het betaalde griffierecht niet terug.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door M. Wolfrat, in tegenwoordigheid van D. Al-Zubaidi als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 24 mei 2023.
(getekend) M. Wolfrat
(getekend) D. Al-Zubaidi
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de datum van verzending beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (Postbus 20303, 2500 EH Den Haag) ter zake van schending of verkeerde toepassing van bepalingen over het begrip verzekerde.

Voetnoten

1.Algemene nabestaandenwet.
2.Algemene Ouderdomswet.