ECLI:NL:CRVB:2023:991
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering nabestaandenuitkering op grond van de ANW wegens gebrek aan verzekering echtgenoot
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. Appellante, geboren in 1967 en woonachtig in Marokko, had een nabestaandenuitkering op grond van de Algemene Nabestaandenwet (ANW) aangevraagd na het overlijden van haar echtgenoot op 28 december 2014. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) had eerder, bij besluit van 30 oktober 2015, de aanvraag afgewezen omdat de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW. Appellante had geprobeerd dit besluit te herzien, maar de Svb weigerde dit op 12 februari 2021. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante ongegrond, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
De Raad oordeelde dat appellante geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die zouden kunnen leiden tot herziening van het eerdere besluit. De Raad bevestigde dat de echtgenoot van appellante niet verzekerd was voor de ANW op het moment van zijn overlijden, en dat de situatie van appellante, hoewel moeilijk, niet voldoende was om recht te geven op een nabestaandenuitkering. De Raad volgde de motivering van de rechtbank en concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en appellante kreeg geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht terug.
De uitspraak benadrukt het belang van verzekering voor de ANW en dat persoonlijke omstandigheden van de aanvrager niet automatisch leiden tot toekenning van uitkeringen als niet aan de wettelijke voorwaarden is voldaan.